Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact
Bij Van Ackerkes
Gaston Van Acker & Valérie Poppe |
In de vorige eeuw werd er de donderdagavond voor oktoberkermis ieder jaar een etalagewedstrijd georganiseerd door onze Zeelse middenstand & de Feeërie. De helft van Zele was toen op de been om de etalages te bewonderen en als het even kon ook nog een prijs in de wacht te slepen. En etalages waren er bij de vleet in ’t Centrum en op de Kouter. Nu, dertig jaar later, zijn er heel wat minder zaken dan toen. De ene na de andere middenstander gaat met pensioen of houdt het voor bekeken. De middenstand moet langzaam maar zeker het onderspit delven in de strijd met de grootwarenhuizen, de winkelketens en niet te vergeten het internet. Op 5 maart 2014 sloot nog eens een monument in Zele: huis Lutgard Van Acker of beter gekend als ‘Bij Van Ackerkes’. Redenen te over voor een babbel met de stichters, Gaston Van Acker en Valérie Poppe, en natuurlijk ook met Lutgard zelf. |
Gaston en Valérie wonen in de Bookmolenstraat. Op een maandagnamiddag mocht ik bij hen op de koffie.
En ook al zijn het al fervente tachtigers, zonder veel problemen vertelden ze over hun leven en hun zaak.
Valérie Valérie zag het levenslicht op 18 maart 1930. Ze werd geboren in de Stokstraat waar haar vader Leonard Poppe een boerderij had. Haar moeder was Maria Coppieters. We waren thuis met zes, vertelt Valérie, eigenlijk met tien maar vier kinderen zijn bij de geboorte gestorven. Zo was dat in die tijd. Ik had drie oudere broers en een zus: Jozef, Karel, Theofiel en Angèle. Ik was het vijfde kind en onze André was de jongste. De vier oudsten zijn allemaal overleden, zegt ze, er schieten er nog maar twee over. Ze liep school op de Kouter en na de lagere school mocht ze nog een jaar snit en naad volgen. Als ze veertien was, mocht -lees moest- ze mee met haar zus naar Van Hassels. Een confectieatelier waar ze soldatenbroeken maakten. Zij mocht met de machine knoopsgaten maken in de broeken. Dat was niet om te lachen, herinnert Valérie zich, ik moest serieus gas geven wilde ik kunnen volgen. Heel lang heb ik daar niet gewerkt en toen had mijn moeder voor mij een post gevonden als dienstmeid bij een veearts in de Langemuntstraat. Juist één dag heb ik daar gewerkt, zegt Valérie, ik moest mijn madam bedienen en zelf moest ik alleen in de keuken eten. Thuis kon ik eten zoveel ik wilde, daar telde madam mijn boterhammen. ’s Avonds vroeg ik of ik even naar mijn moeder mocht, ik ben nooit meer teruggegaan. Daarna heb ik werk gevonden bij Rubbens in de stokerij. Daar moest ik etiketten kleven op de flessen en in de kelder de flessen in bakken zetten voor de bestellingen en deze met de lift naar boven brengen. Ik heb daar graag gewerkt, bekent Valérie, ik vond dat plezant, maar toen ik trouwde kreeg ik mijnen bon van Bonne Rubbens. Hij wou geen getrouwde vrouwen in zijn bedrijf. |
|
Gaston | ||
Gaston is geboren op 10 september 1927 in die kleine huisjes die rechtover Goossens fabriek stonden. Toen hij drie jaar was, is het gezin Van Acker verhuisd naar de ‘Nieve Straat’, de Drieputtenstraat. Mijn vader was Richard Van Acker en was stoker in de weverij van de Union Cottonnière Gand-Zele-Tubize in de Aloïs De Beulelaan. Dat was de fabriek die later werd opgekocht door Fons Van Laere om er zijn voddenfabriek in onder te brengen. Mijn moeder was Elvire Colman. Veel weet ik niet meer over mijn jeugd, bekent Gaston. Ik ben de jongste van 12 kinderen, maar van die twaalf zijn er maar vijf blijven leven: Robert, Omer, Madeleine, Melanie en ik. |
Ook ik was bij de KAJ, vervolgt Gaston. Eigenlijk ben ik altijd bij de Jong-KAJ geweest. Eerst als lid, later als leider. De man die mijn leven richting gegeven heeft, is Jozef Cardijn. Die man had werkelijk de gave van het woord en kon ons werkelijk begeesteren. Doordat ik een hele week in Brussel bleef, kon ik me ook daar engageren en heb ik verschillende keren contact gehad met Jozef Cardijn. In mijn jeugd was ik ook verschillende jaren monitor op de CM-vakantiekampen. |
In 1956 werd ik bode bij de CM. Ik ben gestart in Moerzeke en in Kastel. In die tijd moesten we nog wekelijks bij de leden aan huis gaan. De bijdrage voor de mutualiteit innen, doktersbriefjes uitbetalen, voorhuwelijks--sparen (met twee s’en)… Na Moerzeke heb ik nog een tijdje in Waasmunster gewerkt tot ik in 1974 naar Zele kwam. Het systeem van bodes heeft men langzaam maar zeker afgebouwd. Eerst moesten we maandelijks aan huis gaan, later zelfs driemaandelijks. Mijn laatste jaren moest ik terug naar Moerzeke. Ik was één van de laatste bodes bij de CM. |
Zo zag de winkel eruit in 1956. |
Kachels & stoven in alle maten en formaten. |
Winkel | ||
Gaston en Valérie trouwden in 1956. Omdat Valérie haar werk kwijt was bij Rubbens, wilden ze een stovenwinkel openen. Gaston had vijftien jaar in een stovenwinkel gewerkt, hij kende dus het klappen van de zweep. Alleen zag Valérie dat in het begin niet zitten. Ze had een hekel aan stoven want thuis moest ze deze iedere dag uitkuisen. Ze huurden de winkel naast het Gildenhuis en begonnen stoven en flessengas te verkopen. En dat marcheerde, zegt Gaston. Ik was bode bij de CM en na mijn uren hielp ik mijn vrouw in de winkel. Stoven plaatsen, buizen vervangen, herstellen als het kon… ik deed het allemaal. Naast de kachels verkochten ze wat huisraad, potten en pannen en ook daarvoor was er een cliënteel. Die kachels hebben een aantal jaren goed verkocht maar toen kwam de centrale verwarming op, zegt Gaston. Het was duidelijk als we niet overschakelden op chauffage, zouden we er van tussen gaan. Zoveel was duidelijk. Ik had echt geen zin om bijscholingen te volgen, bekent Gaston, en daarom beslisten we om de kachels uit te verkopen en ons volledig toe te leggen op huishoud- en fantasieartikelen. In 1963 verkochten we onze laatste kachel. |
In de jaren zestig begon men ook met huwelijkslijsten. Jonge koppels kozen hun uitzet in de winkel en familie en vrienden kochten dan in de winkel iets wat op de lijst stond. Rond Valentijn werden de jonge koppels uitgenodigd in de winkel en verschillende firma’s toonden dan hun producten. Later kwam het koppel dan op een avond terug naar de winkel om hun huwelijkslijst samen te stellen. Dat vroeg wel heel wat werk, herinnert Valérie zich, maar zo’n lijst betekende doorgaans een aankoop van 50 000 à 100 000 frank (1250 à 2500 euro). En dat was mooi meegenomen, gaat ze verder. |
Een beeld van de jaarbeurs 1960 in Feestzaal de Kroon. Blijkbaar een samenkomst van Lieve Vrouwen.... |
De winkel voor de uitbreiding van 1978. |
. |
In de beginjaren was het vooral huisraad en religieuze beelden. Je kan je niet voorstellen, zegt Valérie, hoeveel beeldjes er in al die jaren de deur uitgingen. Lieve Vrouwen onder een stolp, dat was de max. Die kochten we zelfs met 12 tegelijk! Hoeveel we er daar van verkocht hebben… Ik peins dat de helft van Zele zo’n stolp heeft gehad. In die 58 jaar winkel hebben Gaston en Valérie heel wat rages de revue zien passeren. Gaston en Valérie hebben twee dochters: Myriam en Lutgard. Myriam studeerde voor onderwijzeres maar Lutgard had het meer begrepen op de winkel, studeren was niet echt haar dada. Ze volgde ‘Verkoop en etalage’ in Wetteren en op haar achttiende bleef ze thuis en kon ze aan de slag in de winkel. De opvolging was dus verzekerd. |
Pensioen Echte hobby’s hebben Gaston en Valérie niet. Al jaren gaan ze iedere week naar de yogales en ook iedere morgen doen ze dit een kwartiertje. Gaston en Valérie zijn altijd sociaal geëngageerd geweest en eigenlijk nog. Okra, KAV, senioren CD&V en Gaston heeft ook nog een clubje van gepensioneerde bedienden van de CM. En om de twee weken bakken ze zelf brood op zaterdag. |
Maar het pensioen van Gaston is niet allemaal rozengeur en maneschijn. In 1992 heeft hij een hartoperatie ondergaan en in 2006 moest hij de strijd tegen dé ziekte aangaan. Gelukkig, zeg Gaston hebben ze me goed geholpen in het UZ maar het waren toch vier zware jaren met veel vraagtekens. Maar goddank ik heb het gehaald, lacht hij. |
Ik heb dat altijd heel graag gedaan, bekent Valérie. Dat was mijn lang leven, zo alle dagen onder de mensen en we hebben goed onze boterham verdiend, ook al moesten we hard werken. Hoe dan ook, we zullen onze winkel missen maar dat is nu eenmaal de harde realiteit, zucht Valérie, maar ik ben content, mocht ik herbeginnen, ik zou terug hetzelfde doen! Op 5 maart 2014 ging de winkel definitief dicht en vanaf dan leeft ‘Bij Van Ackerkes’ verder in de memorie van zoveel Zelenaars. Valérie & Gaston, bedankt voor den babbel en ad multos annos! |
Na mijn koffieklets bij Gaston & Valérie trok ik op een avond
nog eens naar Lutgard, hun dochter
die hun zaak overnam in 1990. We schrijven eind februari
en in de winkel is de ‘totale uitverkoop’ aan de laatste loodjes toe.
Lutgard
Februari 2014 In 1979 kwam Lutgard in de winkel van haar ouders. Lutgard volgde twee jaar handel in de Kouterschool en ging daarna op internaat in Antwerpen. Zo’n hele week van huis was echt niets voor haar en dus koos ze op haar zestiende voor een opleiding verkoop & etalage in Wetteren. Op haar achttiende was ze afgestudeerd en mocht ze thuis blijven en begon ze te werken in de winkel. Ja, zegt Lutgard, ik was echt blij dat ik in de winkel kon beginnen. Ik deed dat gewoon graag. Vooral de dagelijkse omgang met mensen vond ik de max. Maar eigenlijk deed ik alles graag, zelfs het onderhoud. In zo’n winkel is er wel wat af te stoffen iedere week maar dat nam ik er graag bij. Alleen aan de boekhouding had ik een broertje dood, maar dat hoorde er nu eenmaal bij. Ik heb, gaat ze verder, nog een stuk van de gloriejaren gekend. |
Huwelijkslijsten |
Internet |
Die periode van de huwelijkslijsten, dat was een gouden tijd, herinnert ze zich. Vele avonden na sluitingstijd jonge koppels ontvangen in de winkel, alles uitpakken en laten zien, een lijst opstellen en uittikken… Door die huwelijkslijsten kreeg je enorm veel volk over de vloer: vaste klanten, maar ook nieuwe. Maar de tijden veranderden, ook de mentaliteit en de gewoontes. Er werd minder getrouwd, koppels gingen samenwonen en die klassieke uitzet raakte uit den boze. Die huwelijkslijsten zijn een stille dood gestorven en ik denk dat we in het jaar 2000 onze laatste lijst gehad hebben. We hebben toen nog geprobeerd samenwoonlijsten te promoten maar dat heeft nooit gemarcheerd, zegt Lutgard. |
Vroeger waren we baas in eigen huis, vervolgt Lutgard. Op beurzen kozen we serviezen, potten en pannen die we mooi en degelijk vonden en onze klanten kozen dan uit ons aanbod. Maar dat is lang vervlogen tijd. Klanten zien sommige zaken op tv of snuisteren op het internet en kiezen dan bewust voor dit of dat merk en als je niet inging op hun vraag was je bedankt voor de moeite. Vroeger waren klanten makkelijker, vandaag de dag zijn ze veeleisender geworden, het is dat en niets anders. Sommigen hebben zelfs geen geduld meer. |
De impact van TV |
Toetanchamon & Boedha |
Ook de impact van al die kookprogramma’s is niet te onderschatten, zegt Lutgard. Mannen die niet alleen goed kunnen koken maar ook nog een neus hebben voor merchandising. Je kent wel de potten en pannen van Huysentruyt & C°. Mensen vroegen ernaar en we waren verplicht om mee te stappen of je verloor klanten want die potten vond je ook in de grootwarenhuizen. Een ander probleem was dat de groothandelaars geen potten apart verkochten maar je moest voor een bepaald minimumbedrag aankopen of je moest een pottenset in zijn geheel kopen en soms nog in verschillende kleuren. Het werd hoe langer hoe moeilijker om te concurreren. En het ergste is, zegt Lutgard, dat we al die merken hebben groot gemaakt. Wij probeerden al die potten en pannen uit zodat we onze klanten een goed advies konden geven. Tevreden klanten hebben, was voor ons erg belangrijk. We probeerden altijd voor iedereen goed te doen ook al lukte dat niet altijd. Maar mensen konden altijd bij ons terecht, we gaven uitleg, we bemiddelden als er een fabrieksfout was. Op de keper beschouwd hebben we van al die grote merken een ezelsstamp gekregen. |
Naast huisraad verkochten we ook fantasieartikelen. Dat was een vrij lucratieve bezigheid. Ik herinner me als kind hoeveel Lieve Vrouwen onder een stolp we verkochten, dat was gewoon niet te doen. Later volgden die Egyptische beelden, ik weet begot niet hoeveel Toetanchamons we verkochten. Maar ook Boedha’s (met en zonder lichtje), Chinese vissertjes en de vier seizoenen in porselein gingen vlot over de toonbank. Die rages waren eigenlijk plezant, je moest alleen er oog voor hebben wanneer de rage passé was want anders bleef je met een aantal winkeldochters zitten die je aan de straatstenen niet meer kwijt raakte. Ook hebben we doorheen al die jaren enorm veel religieuze beelden verkocht. Eén keer per jaar verdeelde Huis Lutgard Van Acker een folder over heel Zele. Een ‘klusje’ voor haar halve trouwboek, Jaak Herwege. De brave man was daar meer dan een week mee zoet (en hij is niet kwaad dat deze gezondheidswandelingen weggevallen zijn). Die folder gaf iedere keer een impuls voor de verkoop. Maar, vult Lutgard aan, iedere lente en iedere herfst waren er de beurzen van de fabrikanten. |
En de eeuwige hamvragen waren dan: wat koop je aan, wat niet, hoeveel bestel je… Dat was de laatste jaren echt moeilijk, bekent Lutgard, want ook in onze sector van potten, pannen en serviezen is alles heel snel uit de mode. Iedere beurs betekende opnieuw investeren in de hoop dat het vlotjes zou verkopen. En we konden niet anders dan mee op de kar te springen. |
We stelden een folder op die we in heel Zele verspreidden en op zaterdag 5 oktober 2013 ging onze uitverkoop van start. De eerste dag zorgden we voor een hapje en een drankje en we kregen heel wat respons. Eigenlijk, zegt Lutgard, was het voor mij mijn verstand op nul zetten. Die uitverkoop was al bij al plezant want iedere dag kregen we veel volk over de vloer. 5 Maart 2014. |
Mijn babbel met Lutgard deed ik eind februari op een moment dat ze er alles behalve happy bij liep.
Begin september liep ik nog eens langs bij haar. Ik zag een andere Lutgard.
Bij een potje koffie op het terras praatten we even bij.
September 2014
Ja, zegt Lutgard, we keken met een bang hartje naar die fameuze vijfde maart, maar eigenlijk is het nog best meegevallen. ’t Was wel een heel emotionele dag maar toch deed het verschrikkelijk deugd. |
We zijn nu zes maanden later. En hoe gaat het? vraag ik haar. Ach, zegt Lutgard, ik voel me goed. Je vrijheid ben je snel gewoon. Jarenlang stond alles in het teken van de zaak en die druk is nu weg. Voor mij is mijn leven nu een huis-, tuin- & keukenliedje geworden en het bevalt me erg. Maar, voegt ze er aan toe, ik mis nog iedere dag de mensen. Dat contact, die babbels waren een deel van mijn leven geworden. Ook sommige reizigers mis ik. Doorheen de jaren waren ze kind aan huis geworden en had je met hen een vertrouwensband opgebouwd. Wat ik niet mis, zijn al de zorgen en problemen die de winkel met zich meebracht. Ik moet nu van niets meer wakker liggen. |
En heb je hobby’s? vraag ik haar. O, antwoordt ze, ik verveel me hoegenaamd niet. Ik ben de laatste maanden nog vaak bezig geweest met alle paperassen voor het afsluiten van onze zaak. Daar komt meer bij kijken dan je op ’t eerste zicht denkt. Maar voor het overige heb ik naast mijn huishouden wel een paar hobby’s. Ik ben een fervente fietsster, ik brei heel graag en ook de activiteiten van de vrouwenclub van Femma vind ik leuk. Ik kan nu eindelijk ook eens mee op daguitstap. Maar last but not least zijn er ook nog mijn kinderen, Stefaan en Tineke. Daar heb ik nu echt meer tijd voor en daar ben ik erg blij om. En hoe kijk je terug op al die jaren? vraag ik haar tenslotte. O, zegt ze resoluut, het was een heel leuke tijd en ik heb echt geen spijt dat ik het gedaan heb. Ik heb het altijd met hart en ziel gedaan en ik ben al onze klanten erg dankbaar voor hun vertrouwen van al die jaren. Het is spijtig dat we de zaak hebben moeten opdoeken maar het kon echt niet anders. Middenstanders in de eenentwintigste eeuw zijn nu eenmaal een uitstervend ras. Jammer maar het is zo. |
Mark De Block
06-09-2014
Met dank aan Stefaan Herwege voor een aantal foto's.
© Mark De Block